Wanneer ik mijn Chileense vrienden vertelde dat mijn volgende bestemming Bolivië zou worden werd ik aldoor gewaarschuwd: “Waarom?! Bolivianen zijn vreemde mensen!”. Mijn algemene ervaring was echter dat Bolivianen super vriendelijke, lieve en warme mensen zijn. Ik vermoed dat het gros van de vooringenomenheid dan ook voortstormt uit de woelige geschiedenis tussen beide landen. Al moet ik wel toegeven: sommige dingen had ik niet zien aankomen.
Ik dacht voor het eerst terug aan de Chileense waarschuwingen toen ik over de markt van La Paz liep. Overal hingen gedroogde lama-foetussen. Aan de kant van de weg waren lokale heksen druk bezig de toekomst van Bolivianen en toeristen te voorspellen aan de hand van coca-bladeren. Ik zag posters voor het Cholita-worstelen, een praktijk waarbij de lokale ‘cholitas’ in traditionele kledij semi-professioneel tegen elkaar worstelen. In de mijnen van Potosi aanschouwde ik hoe de mijnwerkers een groot rood beeld met een enorme penis aanbeden door er pure alcohol, sigaretten, geld en coca-bladeren aan te offeren.
Persoonlijk vond ik dit intrigerende, amusante lokale gebruiken, maar ik snapte opeens wel waar het vooroordeel van de ‘rare mensen’ vandaan kwam. Vergeleken met Chili was Bolivië een land waar de oude traditionele gebruiken enorm goed bewaard waren gebleven. Grimmiger werd het toen er geruchten begonnen rond te gaan over een Koreaanse toeriste die geofferd zou zijn op Isla del Sol. We vonden inderdaad artikels die bevestigden dat er een toeriste vermoord zou zijn, maar nooit bevestiging dat deze ook effectief geofferd is geweest. Bron:
http://www.koreatimes.co.kr/www/nation/2019/05/120_242397.html
Op zoek naar antwoorden namen we met enkele reizigers een tour bij een lokale gids. Zij zou ons de lokale marktjes laten zien en ons meer info verschaffen over de offer-cultuur in Bolivia. Deze gids wist ons te vertellen dat mensen lama-foetussen offeren om Pachamama goedgezind te stellen wanneer ze bouwen. Pachamama zou de arme bouwvakkers dan beschermen tijdens het bouwen. Deze gelden echter voor gewone huizen. Voor gebouwen van meer dan tien verdiepen geldt er nog een diep bijgeloof dat een lama foetus niet voldoende is. Hier komen de mensenoffers in het spel.
Dan restte nog de vraag: “Waar haal je de mensenoffers vandaan?”. Het antwoord bleek niet zo eenvoudig te zijn. De meeste mensen worden namelijk al snel gemist. Hier zou het fenomeen van ‘El Cementerio de los Elefantes’ tot stand zijn gekomen. Een plaats waar alcohol en drugsverslaafden naartoe kunnen gaan om alcohol te nuttigen tot ze sterven. Deze verslaafden komen hier vrijwillig binnen waarna ze ongelimiteerde hoeveelheden pure alcohol aangeboden krijgen. Hierna zouden ze doorverkocht worden aan bouwvakkers die nog steeds in mensenoffers geloven.
Het leek hier het echter niet bij te blijven. Een verslaafde is voor Pachamama uiteraard niet zo waardevol als een kind. En sinds recent: een toerist. Volgens de verhalen die momenteel de ronde gaan zou niets zo waardevol zijn als een ‘gringo’. Deze heeft Pachamama uiteraard nog niet zo vaak geofferd gekregen als Bolivianen.
Broodje-aap-verhaal of werkelijkheid?
Bewijs hiervoor is moeilijk te verzamelen. De praktijk is illegaal en mensen lopen er niet mee te koop. De gidsen verkopen het aan toeristen als werkelijkheid. Bewijs van de olifant-kerkhoven is er in overvloed. Over het doorverkopen van de verslaafden kon ik geen betrouwbare bronnen vinden. Mensenoffers zijn in ieder geval de dag van vandaag in Bolivië nog steeds een feit. En de overheid heeft de grootste moeite om tegen dit bijgeloof op te boksen. Als toerist heb je normaliter weinig te vrezen. En dit prachtig land heeft zoveel meer te bieden. Laat dit geen reden zijn om het over te slaan! 😉